Begroting 2020

D Financieringen

Rentevisie

Een belangrijke factor bij het uitvoeren van het treasurybeleid is het verloop van de marktrente. Voor het nemen van beslissingen over het optimaal beleggen van gelden bij het Rijk, het afdekken van risico’s en voor het aantrekken van vaste geldleningen is een rentevisie nodig, met dien verstande dat op basis van de huidige prognose van het financieringstekort er in 2020 en 2021 geen geld behoeft te worden aangetrokken.

Gezien de laatste ontwikkelingen op de financiële markten is de verwachting dat rente zowel voor de korte als lange termijn zeer laag blijft en zelfs nog zal dalen ten opzichte van de standen per 1 juli 2019. De verwachting is dat de ECB de economische groei blijft ondersteunen (met een lage rente) om een recessie te voorkomen.

De (korte) geldmarktrente was in 2019 negatief, net als in 2018. De verwachting is dat deze situatie voortduurt. De rente voor 10-jaars-staatsleningen is in de loop van 2019 verder gedaald en zelfs negatief geworden. Op grond van de laatste rentevisies van enkele toonaangevende banken (juni/juli 2019) wordt er vanuit gegaan dat er weinig aanleiding is voor hogere rentes op de kapitaalmarkten.

Onderstaand de percentages die gehanteerd zijn in de begroting van 2020 op basis van de gegevens uit de Kadernota Begroting 2020:

  • Verwachting korte rente financieringstekort

0,00%

  • Verwachting korte rente financieringsoverschot

0,00%

  • Verwachting lange rente financieringstekort

1,50%